in de kinder- en jeugdzorg
Deze zorg, in het bijzonder de integrale kinder- en jeugdzorg, richt zich op kinderen en gezinnen met complexe problemen, waarbij meer dan één partij betrokken is bij de hulpverlening. Het gaat vaak om kinderen in gezinnen die ernstig belemmerd worden in hun ontwikkeling door een combinatie van opvoedings- of gezinsproblematiek, psychische problemen, leerproblemen of een verstandelijke beperking.
In de kinder- en jeugdzorg gaat het bijna altijd om gevoelige bijzondere persoonsgegevens over het kind of gezin.
Persoonsgegevens (persoonlijke gegevens) zijn alle gegevens met informatie over een persoon waardoor die persoon identificeerbaar is. Daaronder vallen ook bijzondere persoonsgegevens zoals etnische afkomst, seksuele oriëntatie, politieke gezindheid, gezondheid, religie, vakbondslidmaatschap, genetische en biometrische kenmerken. Deze gegevens mogen alleen verwerkt worden als een wet dat verplicht of mogelijk maakt. Dat is bij deze hulpverlening het geval. Persoonlijke gegevens mogen ook verwerkt worden als de betrokkenen daarvoor toestemming geven. Diegene die gezondheidsgegevens verwerkt, heeft een geheimhoudingsplicht. Hulpverleners hebben die plicht al op grond van hun beroep.
Voor het verwerken van de bijzondere persoonsgegevens gelden volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) strenge voorwaarden. De AVG is een Europese wet die van kracht is sinds 25 mei 2018 en regels bevat met betrekking tot de bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening is van toepassing op alle organisaties die persoonsgegevens verwerken, inclusief instellingen in de kinder- en jeugdzorg.
Hier zijn enkele belangrijke aspecten van de AVG met betrekking tot de kinder- en jeugdzorg:
Grondslag voor gegevensverwerking:
Organisaties in de kinder- en jeugdzorg moeten een wettelijke grondslag hebben voor het verwerken van persoonsgegevens. Deze grondslag kan bestaan uit toestemming van de betrokkenen, de noodzaak om een overeenkomst uit te voeren, de naleving van een wettelijke verplichting of de bescherming van vitale belangen, onder andere.
Informatieplicht:
Onder de AVG moeten organisaties betrokkenen (zoals ouders, verzorgers en kinderen) informeren over hoe hun persoonsgegevens worden verwerkt. Dit betekent dat kinder- en jeugdzorginstellingen transparant moeten zijn over welke gegevens ze verzamelen, waarom ze dat doen en hoe lang ze de gegevens bewaren.
Rechten van betrokkenen:
De AVG geeft betrokkenen bepaalde rechten met betrekking tot hun persoonsgegevens. Dit omvat het recht op inzage, rectificatie, verwijdering, beperking van verwerking en overdraagbaarheid van gegevens. Kinder- en jeugdzorginstellingen moeten in staat zijn om aan deze rechten te voldoen.
Gegevensbeschermingseffectbeoordeling (DPIA):
In sommige gevallen kan het nodig zijn een gegevensbeschermingseffectbeoordeling uit te voeren voordat bepaalde gegevensverwerkingen worden gestart, vooral als deze waarschijnlijk een hoog risico voor de rechten en vrijheden van betrokkenen met zich meebrengen.
Daaro in de (al dan niet integrale) kinder- en jeugdzorg ook bijzondere persoonsgegevens zoals etnische afkomst, seksuele oriëntatie, politieke gezindheid, gezondheid, religie, vakbondslidmaatschap, genetische en biometrische kenmerken, verwerkt worden is een DPIA vrijwel altijd nodig.
Functionaris voor gegevensbescherming (FG):
Het verwerken van bijzondere persoonsgegevens is een kernactiviteit in de kinder- en jeugdzorg. Dit betekent dat deze organisaties volgens de AVG verplicht zijn een Functionaris voor gegevensbescherming aan te stellen.
Samengevat
Het is van cruciaal belang dat organisaties in de kinder- en jeugdzorg de AVG naleven om de privacy en gegevensbescherming van minderjarige cliënten te waarborgen. In deze sector moeten verantwoordelijken ervoor zorgen dat de persoonsgegevens op een rechtmatige, transparante en eerlijke manier verwerkt worden en de privacyrechten van alle betrokkenen gerespecteerd worden.